Tips voor de DGA – februari 2021

Tariefswijzigingen

Het vennootschapsbelastingtarief in de eerste schijf is verlaagd van 16,5% naar 15%. Bovendien is die schijf verlengd van een jaarwinst van € 200.000 naar € 245.000. In 2022 wordt de schijf verder verlengd naar € 395.000 jaarwinst. De verlaging van het hoge vennootschapsbelastingtarief (25%) in de tweede schijf naar 21,7% is niet doorgegaan.

Tip
Heeft u meerdere vennootschappen die samen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting vormen? Dan kan het interessant zijn om de fiscale eenheid te verbreken. De hogere grens voor het lage vennootschapsbelastingtarief geldt namelijk voor alle winst van de fiscale eenheid bij elkaar. Maar zonder fiscale eenheid kunt u per vennootschap profiteren van deze hogere grens.

Hoger box-2-tarief
Het box-2-tarief is per 1 januari 2021 verhoogd van 26,25% naar 26,9%. Een dividenduitkering uit uw eigen bv is dus – net als vorig jaar – duurder geworden.

Ook in 2021 lager gebruikelijk loon bij omzetdaling

U mag ook in 2021 – net als in 2020 – uitgaan van een lager gebruikelijk loon als u te maken krijgt met een omzetdaling. De verlaging is daarbij evenredig aan de omzetdaling. De berekening van deze evenredige omzetdaling voor 2021 wijzigt ten opzichte van de berekening van 2020 en wordt: omzet 2021 / omzet 2019 x gebruikelijk loon 2019

In de berekening wordt uitgegaan van het gehele jaar, zodat de maatregel meebeweegt met de omzetontwikkeling in een jaar. De overige voorwaarden voor de verlaging van het gebruikelijk loon zijn:

  • uw bv moet in 2021 ten opzichte van 2019 ten minste 30% omzetverlies hebben geleden;
  • uw rekening-courantschuld of het dividend neemt niet toe als gevolg van het lagere gebruikelijk loon;
  • hebt u feitelijk meer loon genoten dan volgt uit bovenstaande berekening, dan geldt het hogere loon;
  • de verlaging geldt niet voor zover de omzet in het jaar 2019 of 2021 beïnvloed is door andere bijzondere oorzaken, zoals oprichting, staking, fusie, splitsing en bijzondere resultaten.

Controleer voorwaartse verliesverrekening Vpb-verliezen

Verliezen uit het verleden kunt u nu nog maar zes in plaats van negen jaar verrekenen met toekomstige winsten. Deze maatregel geldt voor verliezen die zijn ontstaan in 2019 of latere jaren. De oude termijn van negen jaar blijft van toepassing op verliezen van 2018 en eerdere jaren. De achterwaartse verliesverrekening van 1 jaar is ook in dit geval ongewijzigd gebleven.

Met ingang van 2022 worden verliezen echter onbeperkt voorwaarts verrekenbaar, waarbij ieder jaar maximaal € 1 miljoen verrekend kan worden en het meerdere voor 50%. Dankzij overgangsrecht worden alle vanaf 2013 geleden verliezen weer onbeperkt voorwaarts verrekenbaar.