Tips voor werkgevers en werknemers – februari 2020

Start bijtelling fiets van de zaak

Stelt u aan een werknemer een (elektrische) fiets ter beschikking en de werknemer mag die ook privé gebruiken, dan geldt voor dat privégebruik een forfaitaire bijtelling van 7% van de waarde van de fiets. De bijtelling is loon in natura, waarover u loonbelasting en premie volksverzekeringen inhoudt en afdraagt. Daarnaast betaalt u over dit loon premies werknemersverzekeringen en de werkgeversheffing Zvw. U mag dit loon ook aanwijzen als eindheffingsloon. Het wordt dan verwerkt binnen de werkkostenregeling.

Het woon-werkverkeer wordt aangemerkt als privégebruik. Betaalt de werknemer een bijdrage voor het privégebruik, dan komt die in mindering op de bijtelling. Ook de terbeschikkingstelling van een zogenoemde speed pedelec (snelheid 45 km per uur) – formeel een bromfiets – valt onder de bijtelling.

Voor de waarde van de fiets gaat u uit van de consumentenadviesprijs, zoals die in Nederland door de fabrikant of importeur is gepubliceerd. Is deze niet bekend, dan mag u uitgaan van de consumentenadviesprijs (inclusief btw) van de meest vergelijkbare fiets.

Alleen bij ter beschikking stellen fiets

De bijtelling geldt alleen voor het ter beschikking stellen van een fiets, waarbij de fiets dus uw eigendom blijft. Er is niets gewijzigd in de regels voor het vergoeden of verstrekken van een fiets, waarbij de eigendom overgaat op de werknemer.

Accessoires

Accessoires bij de fiets die deel uitmaken van de consumentenadviesprijs en met de fiets ter beschikking worden gesteld, vallen ook onder de bijtelling. Voor accessoires die geen deel uitmaken van de consumentenadviesprijs geldt de bijtelling niet, maar is de factuurwaarde belast.

Let op

De regeling geldt overigens ook voor de DGA van een bv of voor de ondernemer indien een fiets die tot het bedrijfsvermogen van de bv of de onderneming behoort ook voor privédoeleinden ter beschikking staat aan de DGA of de ondernemer.

Ketenregeling verruimd, maar check uw cao!

De ketenregeling is gewijzigd, waardoor u sinds 1 januari jl. gedurende 3 jaar 3 tijdelijke arbeidscontracten mag aanbieden. Onder de oude ketenregeling mocht u maximaal 3 tijdelijke arbeidscontracten gedurende maximaal 2 jaar aanbieden. Had u op 31 december 2019 maximaal 2 lopende tijdelijke contracten gesloten, waarmee u dit jaar pas de 2-jaarstermijn overschrijdt? In dat geval kunt u profiteren van de verruimde ketenregeling. U mag dan dus toch nog een tijdelijk contract aanbieden. Er ontstaat dan dus nog geen contract voor onbepaalde tijd. Maar check wel even de cao of arbeidsreglement die op uw bedrijf van toepassing is. Daarin kan zijn bepaald dat (voorlopig) de oude ketenregeling blijft gelden!