Tips voor de DGA – Juni 2022

Verstrekkende maatregelen in de voorjaarsnota

Vennootschappen, maar bijvoorbeeld ook stichtingen en verenigingen, hadden uiterlijk 27 maart 2022 hun ‘uiteindelijk belanghebbenden’ (UBO’s) moeten inschrijven in het UBO-register bij de Kamer van Koophandel. Op die dag waren de gegevens van bijna 38% van het totale aantal registratieplichten ook daadwerkelijk in het register opgenomen. De vraag is nu wat er gaat gebeuren in het geval u (nog) niet aan de registratieplicht hebt voldaan.

Minister Kaag heeft hierover duidelijkheid gegeven. Voordat er een boete of een andere sanctie wordt opgelegd, zal het Bureau Economische Handhaving van de Belastingdienst (BEH) u eerst nog een laatste brief sturen. Daarin krijgt u twee weken de tijd om alsnog aan uw registratieplicht te voldoen. Als u hieraan na deze termijn nog niet hebt voldaan, bent u in overtreding. BEH kan dan een boete of dwangsom opleggen. De boete is gemaximeerd tot € 22.500; de dwangsom is niet gemaximeerd. Bent u het niet eens met de boete, dan leest u in de boetebeschikking hoe u bezwaar kunt (laten) maken. Wordt uw bezwaar afgewezen dan kunt u daartegen beroep aantekenen. Hoe? Dat leest u in de beschikking op het bezwaar.

Capaciteitstekort

Het aantal niet-geregistreerde is echter veel hoger dan was verwacht, waardoor er te weinig capaciteit beschikbaar is voor de handhaving. Daarom geeft het BEH voorrang aan handhaving op díe vennootschappen waar de risico’s op witwassen en financieren van terrorisme het hoogst zijn. Dat neemt niet weg dat ook de overige registratieplichten de gegevens van hun UBO’s moeten inschrijven. Zij zijn niet vrijgesteld. De handhaving op deze groep zal steekproefsgewijs plaatsvinden.

Tip

Voldoe alsnog zo spoedig mogelijk aan uw registratieplicht, mocht u dat nog niet hebben gedaan en voorkom een boete.

UBO-deadline niet gehaald – wat kunt u verwachten?

Kort voor de deadline van de kopij voor deze editie van de nieuwsbrief verscheen de Voorjaarsnota. Hierin kondigt het kabinet nieuwe maatregelen aan die met name op Prinsjesdag nader zullen worden uitgewerkt. Omdat veel van de voorgenomen maatregelen vooral gevolgen hebben voor u als dga, zetten we deze toch alvast kort voor u uiteen.

  • De winstgrens voor het lage tarief in de vennootschapsbelasting (15%) wordt vanaf 2023 verlaagd van € 395.000 naar € 200.000. Uw bv gaat dan dus al vanaf een winst van € 200.000 het hoge tarief van 25,8% betalen;
  • Vanaf 2024 worden er twee tariefschijven in box 2 ingevoerd: 26% voor box-2-inkomsten (bijvoorbeeld dividenden) tot € 67.000 en daarboven een tarief van 29,5%;
  • Vanaf 2025 wordt bij de afbouw van de algemene heffingskorting ook rekening gehouden met het inkomen in box 2 en box 3. Die afbouw gaat daardoor dus sneller;
  • U moet als aanmerkelijkbelanghouder ten minste een gebruikelijk loon opnemen voor het werk dat u voor uw bv verricht. Dit loon moet u ten minste stellen op het hoogste bedrag van de volgende bedragen:
  • 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
  • Het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn;
  • € 48.000.

In het loon uit meest vergelijkbare dienstbetrekking zit nu een doelmatigheidsmarge van 25%. Dit betekent dat u uw loon 25% lager mag vaststellen dan gebruikelijk is voor de functie. Het kabinet is nu van plan om deze marge vanaf 2023 te verkleinen naar 15%.

Let op: de genoemde maatregelen zijn kabinetsplannen die op Prinsjesdag nader worden uitgewerkt. Dan komen we er zeker op terug.

Andere blogs van Tips voor de DGA - Juni 2022